Voorblad:
Remonstrantie en Bijlagen
bij mij ondergezugt gecopieert
op den 21, 22, 23 & 24
sebtember 1719
Lambert Rijckxzoon Lustigh
Nogh een memorie ofte remonstran-
tie en met sijne bijlagen bij mij
uijt ge-
copieert op den 2, 3, 4 october 1719
Lambert Rijckxzoon Lustigh
Dit laaste komt eerst ter
oirsaack, om dat ik meende
dit niet uijt te schrijven weesende
geen tijt daar toe sullen hebben
daer nu tijt hebbende , hebbe ik
het
selve geheel uijtgezocht.
vaart wel
in een ander handschrift:
Fredrik Schram Huizen
pag.1
Alsoo Gerardus Gansneb genaamt Tingnagel
schout
tot Naarden en stadthouder van Goijlant,
op
heden den 20 sebtember 1719, aen
mij overhandigt
eerstelijk een memorie aende Ed:
mog.
Heeren
geduputeerdens der stadt Haerlem,
en andere
haar Ed: groot mog:
gecommitteerdens tot de saken
van justitie overgegeven uijt den
name, ende van
wegens mr. Pieter Antoni de
Huijbert Heere van
Kruijningen en Rillant, drossaert
en kasteleijn
van Muijden, Bailliuw van Naarden
en Goijlant
mitsgaders Hooftofficier der stede
Weesp
Weespercarspel en Hoogbijlemer,
dienende aen
de eene kant tot informatie wegens
het voorge-
vallene op den 30 sebtember 1718,
op de Goijsche
Heijde, in het aenhalen en
attrapperen van eene
mitsgaders in het vervolgen van een
tweede kudde
schapen op deselve heijde toenmaals
weijdende
ende aen de andere kant tot een
bondige weder
legginge van soodanige extravagantie
en onware
requeste met de daar bij gevoegde
deductien stucken
en bijlagen als bij eenen Zeger
Hendrickzoon Schoutten
en Willem Dirckzoon woonende in de provintie van Uijtregt
aen de Heeren Staten van gemelde
provintie gepre-
senteert, en door de selve Heeren
Staten wederom
aen hoogggemelde haar Ed: groot
mog: sijn toege-
sonden. Ende ten tweeden aen mij
overhan-
digt een Remonstrantie gedaan maken
ende
de Ed: groot mog: heeren Staten van
Hollant en West
Vrieslant overgegeven bij ofte van
wegens Bur-
germeesteren der stad Naarden
mitsgaders
Buijrmeesteren van Laren Hilversum
Huijsen
Blaricum en Bussum alle dorpen gelegen
in Goij-
lant tot vertoogh van haar soo goet
out regt en
tot distructie van de middelen der
requeste aen
UEd: groot mog: gepresenteert op de
naam van de
gemeene ingesetenen van Goijlant,
Soo is 't dat
ik ondergez. te rade worde omme
maar een
weijnigh op de memorie , die die
aen de Ed: mog: heeren
gedeputeerdens der stadt Haerlem en
aen andere
haar Ed: groot mog:
gecommitteerdens tot de saken
van justitie overgegeven is, uijt
den name en van
wegen den voorz drost van Muijden
en bailluw van
Goijlant etc, te schrijven
pag.2
Ende alhoewel de deductie ofte
berigt
bij mijn Heer Bailliuw van Goijlant
gedaan
aan voornoemde Edele Heeren, seer
kragtigh
is opgestelt, en ook tot distructie
heeft
geweest van de voorz request
gepresenteerders
soo en hebbe ik dogh geen tijt om
daar veel
van uijtte copieren, ik sal soo van
de deductie
als van desselfs bijlagen maar een
weijnigh
schrijven , de voornaemste deductie
begint dan
aldus
Edele Mogende Heeren
Den remonstrant communicatie
bekoemen
hebbende van de requeste en
bijlagen in het
hooft deses gemelt, de welcke het
haar Ed: mog:
de Heeren Staten der voornoemde
provintie
van Uijtrecht heeft behaagt hem
remonstrant
bij missive toe te senden, ende
daar benevens
sijnde geinformeert geworden dat
welgemelde
Heeren Staten gelijke afschriften
van deselve
requeste en bijlagen ook aen haar
Ed. groot
mog: hadden gelieven te laten
toekoemen
omme quasi daar door te erlangen
een pretens
redres
in die gewaande beledingh dewelcke door
des remonstrants schout en
stedehouder, mits-
gaders des selfs bediendens aen de
bovenge-
melde klagers Zeger Hendrickzoon Schoutten
en Willem Dirckzoon in het agterhalen en attrap-
peren hunner schapen op gemelde
Goijsche
Heijde soude wesen toegebragt,
heeft sigh geima-
gineert van sijn devoir
te sijn omme U Ed: groot
mog. en daar door ook Hooggemelde
haar Ed:
groot mog: van den waren toedragt
dier sake te
moeten informeren en te gelijk
desabuseren
van die onware en verkeerde
middelen en voor-
gevens de welcke de voornoemde twee
suppliaenten
sigh niet hebben ontsien op een
onheusen en
niet minder odiuse
wijse in derselver requeste
en bijlagen ter neer te stellen en
te doen influ-
eeren ende om het selve alhier met
soo veel be-
knoptheijt als het eenigsins
mogelijk wesen sal
te doen, soo sal den requirant sigh
abstineren
van het maken eener degressie in
het beantwoor-
den van die quaataardige taal
mitsgaders vio-
elente declamatien en hatelijke expresssien
pag.3
de welcke aller wegen in de gemelde
requeste mitsgaders
in de daar nevens gevoegde
deductien en verdere bij-
lagen voorkoemen en gesimineert
sijn dewijl deselve
bij den remonstrant moeten werden
aengesien als uijt-
wercksels van die ongetoomde drift
en buijtensporige
passie waar mede gemeenlijk dat
slagen van menschen
aengedaan is, de welcke in fine
plebis sijnde, en weijnigh
werckx makende in hunne evennaasten
van het hunne
te beroven, niet lijden konnen dat
sij daar inne verhindert
en geattrappeert mitsgaders door de
Justitie naar behoo-
ren gestraft of gemulcteert
wierden, maar sal den re-
monstrant in plaatse van een soo redeloos
spoor opte volgen
en die onbetamelijke en injuriuse
uijtdruckingen naar
verdiensten te beantwoorden sigh
liever de eer geven
omme U Ed: mog: te doen hebben een
regte ouverture van
de ware geschapentheijt deser sake
en dan kortelijk weder
leggen alle die onware voorgevens
en frivoele pretexten
waartoe de voornoemde twee
supplianten in cas subject
hun recqurs
genoemen en wel gemelde Heeren Staten
van Uijtrecht gesub- en ge-opreptieert
hebben, ten dien eijnde
gelieven U Ed: mog: dan te
concidireren dat het met den toe-
dragt van het geval in questie in
desen voegen gelegen is
dat die van het stigt van tijt
tot tijt sigh niet hebben ontsien
omme buijten alle regt en sulckx
op een onregtvaardige wijs
(om geen harder benaminge te
gebruijken) hunne schapen
te drijven en te weijden op het
terreijn van Goijlant en aldaar
af te vourageren het gras en
voetsel t welck als sijnde de
vrugten het dominium utile t gunt
die van Goijlant van alle
oude tijden privatelijk en met
seclusie van alle anderen
hebben gehadt notoirlijck alleen
aen die van Goijlant voor-
noemt is competerende dat des
remonstrants schout en
stadthouder daar van meer en meer
wiert gein-
formeert vervolgens heeft moeten
resolveren omme dan
over tot dien eijnde op 30
sebtember 1718 heeft uijtgesonden
den dienaar van de justitie tot
Naarden met noch Drie in-
woonders aldaar om te gaan sien
offer geen Stigtse schapen
op den Hollantschen boedem , en
sulckx op het terreijn van t Goij-
lant waren weijdende met die
verdere ordre dat ingevalle
sij soodanige schapen aentroffen
en magtigh konnen
werden, sij deselve souden
drijven na Hilversum, dat het
daar op wijders gebeurt is dat
gemelde dienaar en drie andere
personen op het voornoemde
heijlant hebben gevonden weijdende
een kudde schapen met desselfs
herder de welcke gehoet
wiert door den knegt van Zeger
hendrickzoon Schoutten den
eertsten suppliant in desen als
mede noch een tweede kudde
toebehorende Willem Dirckzoon den tweeden suppliant in ge-
melde requeste, dat daar op den
gemelden diender en
drie personen wel hebben getragt
omme op een sagte wijse
sigh van de voornoemde eerste kudde
meester te maken
doch dat den herder sulckx
merckende en bewust sijnde
dat hij was op den Hollantschen
boedem, vervolgens heeft
beginnen te fluijten en door dat
gegeven seijn sijne schapen
op de loop brengende, ende des selfs
hont daar agter.
Transcriptie en noten:
Aline Vermeulen, Amsterdam
september 2014